Rembrandtkenner Ernst van de Wetering is bezorgd over het onderhoud van de twee Rembrandt-schilderijen die Nederland en Frankrijk onlangs samen kochten voor 160 miljoen euro.
Hij is bang dat het Louvre in Parijs de doeken niet goed restaureert, zegt hij in een uitzending van het tv-programma EenVandaag donderdagavond.
Frankrijk heeft volgens Van de Wetering een andere opvatting over restaureren. “In het Louvre zijn de meeste Rembrandts met een vrij dikke laag verkleurde vernis bedekt. Het is eigenlijk een troosteloze aanblik.”
De meeste Fransen zijn er op tegen dat bij kunstwerken “de sporen van de tijd” worden verwijderd, zegt de Rembrandt-deskundige. “De Fransen worden geteisterd door een antischoonmaaklobby, en die lobby is heel sterk. Ze zijn als de dood voor schoonmaken.” De kwestie van de restauratie zou volgens Van de Wetering “spanningen kunnen oproepen bij beide musea”.
Altijd samen tentoongesteld
Frankrijk en Nederland betaalden allebei 80 miljoen euro voor de beroemde huwelijksportretten van Maerten Soolmans en Oopjen Coppit. Zij poseren in 1634 voor de jonge Rembrandt van Rijn. Oopjen is een meisje uit de Amsterdamse gegoede stand. Soolmans is de zoon van een rijke Vlaming die zich in Amsterdam heeft gevestigd.
Het stel is dan begin twintig en net getrouwd. Rembrandt portretteert ze levensgroot, staand en ten voeten uit. En: apart van elkaar. Dat was in die tijd niet gebruikelijk en alleen voorbehouden aan de heel rijken. Het echtpaar is gekleed naar de laatste Franse mode.
De doeken worden afwisselend in het Rijksmuseum in Amsterdam en in het Louvre tentoongesteld, waarbij de afspraak is dat ze bij elkaar moeten blijven. De twee doeken waren in het bezit van de Franse familie De Rothschild.
Het Rijksmuseum zegt een goede relatie te hebben met het Louvre en zich geen zorgen te maken. Het is nog niet bekend wanneer de twee schilderijen naar Nederland komen.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl